Le Mans '66 (Ford v Ferrari) (2019) recensie, J. Mangold (2024)

Le Mans '66 (Ford v Ferrari) (2019) recensie, J. Mangold (1)Regie: James Mangold | 152 minuten | actie, biografie | Acteurs: Matt Damon, Christian Bale, Jon Bernthal, Caitriona Balfe, Josh Lucas, Noah Jupe, Tracy Letts, Remo Girone, Ray McKinnon, JJ Feild, Jack McMullen, Corrado Invernizzi, Joe Williamson, Ian Harding, Christopher Darga, Shawn Law

Tijdens het Formule 1-seizoen houden Max Verstappen, Lewis Hamilton, Sebastian Vettel en al die andere snelheidsduivels wereldwijd honderden miljoenen liefhebbers aan de buis gekluisterd. Met spectaculaire inhaalmanoeuvres, pitstops op het scherpst van de snede en slinkse ploegentactieken zijn de races verre van saai. En ook al delven ze de laatste jaren vaker het onderspit dan we gewend zijn, het meest tot de verbeelding sprekende Formule 1-team blijft toch nog altijd Ferrari. Sinds de Italiaanse renstal met de karakteristieke rode bolides zijn intrede deed in de Formule 1, werd al een recordaantal van zestien wereldtitels voor constructeurs bemachtigd. In de jaren zestig besloot het ingedutte Amerikaanse automerk Ford een gooi te doen naar racesuccessen en zo de hegemonie van Ferrari te doorbreken. Dat dat nogal wat voeten in de aarde had, zien we in de film ‘Le Mans ’66’ (2019), die in sommige landen onder de titel ‘Ford vs. Ferrari’ is uitgebracht. Er moest niet alleen een racewagen worden geconstrueerd die de snelheden van de concurrentie kon benaderen (of liever nog overtreffen), er moest ook nog een geschikte coureur gevonden worden die perfect in het plaatje paste.

Carroll Shelby (Matt Damon) is een bijzonder getalenteerd racer die in de jaren vijftig de overwinningen aan elkaar reeg en in 1959 de legendarische 24 uur van Le Mans op zijn naam schreef. Maar zijn gezondheid laat hem in de steek en op aandringen van zijn arts stopt hij met wedstrijden rijden. Hij vindt al snel een andere manier om zijn passie voor de autosport te uiten: als ontwerper en bouwer van snelle wagens. Bij de Amerikaanse autobedrijf Ford bouwen ze al decennia oerdegelijke vervoersmiddelen, maar ze hebben een beetje een duf imago gekregen waar grote baas Henry Ford II (Tracy Letts) van af wil. Lee Iacocca (Jon Bernthal), een ambitieuze marketingmanager, komt op het lumineuze idee om racewagens te gaan bouwen, stijlvol en ‘sexy’ zoals die van Ferrari, en stelt voor Shelby in te huren om zo’n wagen te ontwerpen. Ford trekt bovendien de stoute schoenen aan en doet een bod op de ondanks alle racesuccessen noodlijdende Italiaanse autofabriek, maar komt van een koude kermis thuis, wat de vernederde Henry alleen nog maar extra motiveert: er moet zo snel mogelijk een Ford gebouwd worden die Ferrari bij de 24 uur van Le Mans kan verslaan! Shelby weet nog wel een topcoureur om achter het stuur plaats te nemen, de eigenzinnige Brit Ken Miles (Christian Bale), een oude strijdmakker die zich niet makkelijk laat sturen en soms nog wel eens wil ontploffen. De hoge bazen bij Ford twijfelen of dit ongeleid projectiel wel de juiste man is, ook al kan hij racen als de beste. Vooral PR-baas Leo Beebe (Josh Lucas) schuift liever anderen naar voren, tot onvrede van Shelby die zelfs zijn bedrijf op het spel durft te zetten om het management te overtuigen van zijn gelijk.

‘Le Mans ’66’ is veel meer dan een racefilm; sterker nog, de racescènes vallen – hoewel degelijk uitgevoerd; de film won niet voor niks Oscars voor film editing en sound editing – lichtelijk tegen als je ze vergelijkt met bijvoorbeeld ‘Rush’ (2013), waarin ze veel intenser zijn. Toch is ‘Le Mans ’66’ in de breedte gezien de betere film, omdat niet de wedstrijden maar juist de vriendschap tussen Shelby en Miles centraal staat. Damon en Bale representeren als acteurs twee uiteinden van het spectrum: de eerste is altijd degelijk maar ook een tikkeltje saai en mechanisch, terwijl de Welshman Bale met zijn intensiteit en bevlogenheid vrijwel al zijn tegenspelers naar de kroon steekt. In ‘Le Mans ’66’ zie je heel duidelijk hoe het niveau van Damon twee trappen omhoog gaat als hij Bale tegenover zich heeft. De kameraadschap van de heren spat van het doek, met name in de scène waarin ze rollebollend met elkaar en een tas boodschappen op de vuist gaan, om vervolgens gebroederlijk een pilsje te drinken. Als iemand Miles kan omvormen tot een teamplayer, dan móet het Shelby zijn. Bale leeft zich uit in de rol van de wispelturige en heethoofdige Miles, compleet met vet aangezet Birminghams accent en met zijn zoontje Pete (Noah Jupe, een van de beste kindsterren van dit moment) in zijn kielzog wanneer hij tussen de racewagens scharrelt. Over de financiële perikelen waar Miles en zijn vrouw Mollie (Caitriona Balfe) mee te kampen hebben, wordt wel erg snel heengestapt, maar dat soort uitglijertjes wordt door regisseur James Mangold en zijn drie scenarioschrijvers (de broers Jez en John-Henry Butterworth en Jason Keller) goed gemaakt met een fijne dosis humor. Hilarisch is het bijvoorbeeld wanneer Henry Ford II plaatsneemt naast Shelby als hij het prototype van de Ford-racewagen gaat uittesten op het circuit, de bobo bijkans een hartverzakking krijgt van de onmetelijke snelheden en als de wagen eindelijk stilstaat slechts weet uit te stamelen: “Ik had geen idee… Had mijn vader dit nog maar mogen meemaken.”

Mangold heeft aardig wat topfilms op zijn palmares, met als uitschieters natuurlijk ‘Walk the Line’ (2005) en ‘3:10 to Yuma’ (2007, ook met Christian Bale in een van de hoofdrollen. Hij mag ‘Le Mans ’66’ aan dat rijtje toevoegen, want dit op ware feiten gebaseerde drama is absoluut geslaagd. Er valt zeker wel het een en ander op aan te merken. Zo is de film met 152 minuten aan de lange kant en had een aantal ‘losse flodders’ makkelijk uit de film gesneden kunnen worden om hem beter te stroomlijnen, zoals dat met die rappe bolides ook gebeurt. Buiten Shelby en Miles (en misschien Iacocca) zijn de personages wat eendimensionaal, zeker in het geval van Leo Beebe voelen we op voorhand al aan ons water dat hij de boel gaat dwarsbomen (ja, ook als we niet bekend zijn met de historie). Daar staat echter tegenover dat deze film ook voor niet-liefhebbers van racewagens heel goed te pruimen is, omdat de focus ligt op de vriendschap tussen Shelby en Miles – vol ups en downs, humor en strijd, maar onvoorwaardelijk door hun gezamenlijke herinnering aan de Tweede Wereldoorlog – en die spat, dankzij heerlijk acteerwerk van zowel Bale als Damon, vol overtuiging van het scherm.

Patricia Smagge

Waardering: 4

Bioscooprelease: 14 november 2019
Digital download-release: 9 maart 2020
VOD-release: 16 maart 2020
DVD- en blu-ray-release: 18 maart 2020

Tags: 4 sterren, actie, biografie, filmrecensent | Patricia Smagge, Oscar beste filmediting, Oscar beste geluidsediting, Oscars 2020, regisseur | James Mangold

Le Mans '66 (Ford v Ferrari) (2019) recensie, J. Mangold (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Kareem Mueller DO

Last Updated:

Views: 5816

Rating: 4.6 / 5 (46 voted)

Reviews: 93% of readers found this page helpful

Author information

Name: Kareem Mueller DO

Birthday: 1997-01-04

Address: Apt. 156 12935 Runolfsdottir Mission, Greenfort, MN 74384-6749

Phone: +16704982844747

Job: Corporate Administration Planner

Hobby: Mountain biking, Jewelry making, Stone skipping, Lacemaking, Knife making, Scrapbooking, Letterboxing

Introduction: My name is Kareem Mueller DO, I am a vivacious, super, thoughtful, excited, handsome, beautiful, combative person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.